zaterdag 28 februari 2009

Vaktermen

Afgelopen periode hebben wij via de Vereninging het Edelhert de verkorte grofwildcursus gevold. Dat is echt een aanrader voor iedereen die meer wil weten over het grofwilde in zijn algemeenheid. In deze cursus wordt ingegaan op de leefgewoonten, de verschillende biotopen, de bosopbouw enz. De cusrus betstaat uit een aantal theorie avonden en 3 excursies. Een echte aanrader. Tijdens de cusrus komen er veel vaktermen over je heen. Hieronder een opsomming en de betekenis er van.

Aalstreep
Smalle streep van meestal donkere kleur over de rug van kop tot staart
Aanblatten
Door het imiteren van een reegeit proberen de bok te lokken (met een fiepfluitje)
Aanburlen
Door het imiteren van het geburl van een een hert, proberen een hert te lokken
Aanzit
Waarneempost (hoogzit, kansel)
Aanzitten
Het (verdekt) opwachten van het wild
Achtender
Ook wel achter, gewei van een hert met aan iedere stang vier enden(even achtender), met drie en vier enden is een oneven achtender
Afdruk
Spoor, voetprent
Afgebronst
Door de afmattende periode van de bronsttijd mager geworden herten
Aflaten
Afwerpen
Afschothert
Dier dat door een ongunstige ontwikkeling dient te worden afgeschoten
Afspeuren
Nagaan van sporen, vooral op sneeuw
Afspringen
Het op de vluchtslaan van het wild
Afwerpen
Het jaarlijks ontdoen van het gewei door hormonale processen.
Azer
Bek van grofwild
Bagge
Of zeug, vrouwelijk dier van het zwartwild
Bast
De huid om het gewei tijdens de groeiperiode van het gewei
Blaffen
Schrikgeluid van een ree
Bekerkroon
De kroon van een hertegewei met de enden eidigend in de vorm van een beker
Bersen
Het ongezien sluipend benaderen van het wild. Vaak verstorend
Bersjacht
Al jagend het grofwild besluipen
Beslaan
Bevruchten, dekken van de hinde
Bespringen
Het hert bespringt de hinde om het te kunnen beslaan
Biotoop
De natuur omgeving, waarin het grofwild verblijft
Blad
Omgeving van de schouder bij de longen en het hart
Bloem
Staart van edelwild
Boonsel
Uitwerpselen van het grofwild (uitgezonderd het zwartwild)
Borstels
De stugge haren van het zwartwild
Breken
Omwoelen van, wroeten in de bodem bij het voedselzoeken door zwartwild
Bronst
De paartijd van het edelhert (van half september tot half oktober)
Bronstmanen
Lange haren om de hals en borst van het hert in de bronsttijd
Bronstplaats
De plaats waar het wild zich tijdens de bronst bevindt
Bronstroedel
Het door het hert verzamelde groepje hindes tijdens de bronsttijd
Bronstvlek
Plek voor de roede, die sterk geurt
Bijhert
Een hert dat tijdens de bronst geen hinden kan verzamelen (te jong of te oud)
Burlen
Het geluid dat herten tijdens de bronst laten horen
Carrousel
Het spoor dat ontstaat bij het drijven van de reegeit door de reebok voorafgaande de paring, vaak om een alleenstaande boom of struik
Dagstand of dagverblijf
De dekking waarin het grofwild zich overdag in bevindt
Dekking
Dichte begroeiing waarin het edelhert zich kan verbergen
Dos
Vacht
Drukken
Verstoppen in lage dichte vegetatie
Dwarsend wild
Wild dat beweegt en daarbij de flanken blootgeeft
Ecoduct
Een viaduct voor dieren
Ecosysyeem
Het systeem, waarin de planten- en dierenwereld gezien wordt in wisselwerking met de milieufactoren.
End
Zijtak van het gewei
Exoot
Plant of dier dat niet van nature in Nederland voorkomt (geimporteerd)
Fauna
De dierenwereld
Frisling
Big, het jong van een wild zwijn
Flemen
Het optrekken van de lippen van het hert tijdens de bronst
Foerageren
Eten halen/zoeken
Gaffel
Een gewei met twee enden
Gaffelspitser
Tweejarig hert dat hoge gaffels draagt
Gelt
Vrouwelijk wild dat ongeschikt is geworden voor de voortplanting
Gepareld
Knobbelvormige verdikkingen aan het gewei van hert of reebok
Gewei
Jaarlijks afvallende hoofdtooi van edelhert, damhert of reebok
Geweide
Ingewanden van grofwild;
Geweren
Hoektand of slagtanden bij van zwartwild
Grensbok
Hert of reebok die zijn standplaats dikwijls aan de grens van een gebied heeft
Grandel
Hoektand in de bovenkaak van edelhert
Grofwild
Edelherten, damherten, reeën, wilde zwijnen, moeflons
Gust
Vrouwelijk wild dat ongeschikt is geworden voor de voortplanting
Haken
Hoektanden van een bagge
Handkroon
Hertegewei met in de kroon in handvorm gerangschikte enden
Heimelijk
Voorzichtig, schuw, teruggetrokken.
Heksenkring
Het spoor dat ontstaat bij het drijven van de reegeit door de reebok voorafgaande de paring, vaak om een alleenstaande boom of struik
Hert
Het mannelijke (edel-)hert
Hertekalf
Het mannelijke edelhert van het eerste jaar
Hertkalf
Het mannelijke edelhert ouder dan een jaar, maar jonger dan twee jaar
Hinde
Het vrouwelijke (edel-)hert
Hoogwild
Benaming voor rood- en edelwild
Hoogzit
Hoge zitplaats om het wild te bekijken
Houwers
Hoektand of slagtanden bij van zwartwild
Jägermeister
Kruidige borrel
Jaarling
Een hert of reebok van een jaar oud
Inrasten
Een terreingedeelte door rasters en hekken beschermen tegen wildvraat
Jachtseizoen
Verouderde term. Tegenwoordig vindt slechts noodzakelijk afschot plaats na ontheffing van de Provincie
Kaalslag
Open plek in bis of struikgewas
KaalwildÂ
Vrouwelijk edelhert, zo genoemd, omdat dit geen gewei draagt
Knobbelbok
reebok met het eerste gewei op en niet ouder dan zeven maanden
Knopbok
hert in het tweede jaar met een afwijkend gewei met twee knobbels
Knoppitser
Reebok in het tweede jaar met een afwijkend gewei met twee knobbels
Kits
Jong dier van reewild, reekalf
Kroon
Drie bovenste enden van het gewei, die samen een kroon vormen
Kronenspitser
Hert in het tweede jaar met drie kroonenden
Kronentiender
Hert met gewei met aan elke stang wijf enden waarvan drie in de kroon
Kudde
Een groep moeflon, schapen of koeien
Kussen
Achterbout van haarwild
Laveien
Grazen of al lopend voedsel tot zich nemen
Leger
Plaats waar zwijnen rusten, biggen krijgen. Ook wel ketel genoemd
Liksteen
Een steen, bestaande uit zouten en mineralen, waaraan het wild likt
Lopers
Voor- en achterpoten van het wild
Manchet aanbrengen
De bovenste rand van een raster voorzien van kleinmazig gaas
Massa
Het gewicht en omvang (van een hert of een gewei)
Masthout
Hoge dennen
Melanisme
Kleurafwijking waarbij de zwarte kleur overheerst
Middentak
Geweieind tussen ijtak en kroon
Moordenaar
Een meestal vrij oud hert met een gevaarlijk onvertakt gewei
Naogen
Ook wel nawaren. Het nakijken door groot wild
Ontweiden
Het wild ontdoen van de ingewanden
Oogtak
Voortak, voorste stang van een reebokgewei
Oogend
Onderste tak van het hertegewei
Opstaan
Van een hert, dat een gewei draagt wordt gezegd, dat het een gewei heeft opstaan
Opzetten
Wanneer het gewei zich in een groeifase bevindt, spreekt men van het opzetten van een gewei
Overloper
Wildzwijn in het tweede levensjaar
Pascha
Een hert dat tijdens de bronst een aantal hinden heeft verzameld
Pendelstang
Door breuk in de rozestok neergaand groeiende geweitak van een ree
Penseel
Haarpluim aan het hertelid
Plaatshert
Een hert dat tijdens de bronst een aantal hinden heeft verzameld
Platkop
Een hert dat door ziekte geen gewei heeft. Ook wel monnik genoemd
Populatie
Een aantal dieren van dezelfde soort in een gebied
Predatie
het doden van prooidieren door roofdieren
Prenten
Hoefafdrukken van het wild, Gesnoerde prenten vormen en spoor
Prentlezen
Nagaan wat voor soort wild de prent zette (soort, geslacht, leeftijd)
Pruikgewei
Misvorming van het gewei door beschadiging van de geslachtsdelen
Ranstijd
Paartijd voor het zwartwild
Raster
Hekwerk
Reebok
Mannelijk dier van het reewild
Reegeit
Vrouwelijk dier van het reewild van twee jaar en ouder
Reekalf
Jong dier van het reewild, ook wek kits genoemd
Reproductie
Voortplanting, het voortbrengen van kalveren
Rikke
Ook wel rekke. Reegeit
Roede
Mannelijk geslachtsorgaan
Roedel
Een aantal edelherten bij elkaar
Roodwild
Vanwege de roodbruine zomervacht worden het edelhert en ree roodwild genoemd
Roos
De onderkant van het gewei, dat is uitgestulpt vlak boven de kop
Rot of rotte
Groep wild zwijnen
Rozenspitser
Hert in het derde jaar, dat spitsen draagt met rozekransen
Rozenstok
Een uitgroeiing vanuit de schedel, waarvanuit het gewei groeit
Rustgebied
Terrein waar het wild zich in alle rust kan treugtrekken, streng verboden voor mensen!
Rijzen
Opstaan van wild, doorgaans door verontrusting
Schalen
De hoeven van hert of ree
Schaargewei
V-vormig ingesneden schoffel bij een driejarige dambok
Schillen
Aantasten en verwijderen van de basten van bomen en stuiken door het wild
Schild
Taai bindweefsel aan de schoft van het wilde zwijn
Schoft
Flank, schouder naar boven
Schofthoogte
Hoogte gemeten tot het hoogste punt van de schouder
Schort
Witgele haren in de omgeving van de staartwortel
Schuiven
Roodwild schuift ieder jaar een nieuw gewei
Schoffelaar
Damhert
Schoffelgewei
Breed, plat gewei van de dambok, dat zich in het vierde tot vijfde jaar ontwikkelt
Schijngrazen
Een verontruste ree kan soms net doen of hij weer graast, maar is ondertussen zeer alert
Simmer
Achterrug bij rood, dam en reewild
Slakken
Koptooi van de moeflonram
Smaldier
Het vrouwelijke hert van één jaar oud (in het tweede jaar / tweede kop)
Smalree
Het vrouwelijk ree van één jaar oud (in het tweede jaar)
Smalspitser
Jong hert of ree met gewei bestaande uit twee onvertakte stangen
Solitair
Alléén levend
Speuren
Zoeken en volgen van prenten van grofwild
Spiegel
Witte haren rond de anus, die gespreid kunnen worden
Spitser
Jong hert met een onvertakt gewei
Standwild
Wildstand, grofwild dat blijvend in een gebied voorkomt
Stang
De helft van een gewei, al dan niet vertakt
Terugzetten
Het in kwaliteit, gewicht en omvang afnemen van het gewei
Terreinbeheerder
Toezichthouder en beheerder van flora en fauna
Tienender
Ook wel tiener, gewei van een hert met aan iedere stang vijf enden (even tiener), met vier en vijf enden is een oneven tienender
Tra
pad door het bos, meestal als brandsingel
Trofee
Een deel van het geschoten wild, dat de jager als aandenken meeneemt. Bij het hert is dat het gewei
Uittreden
Uit de dekking komen van het grofwild
Valwild
Door aanrijdingen gedood wild
Vegen
Het ontdoen van de huid (bast) rond het gewei door tegen boompjes te schuren
Veegboom
Boom waaraan grofwild zich regelmatig schuurt na een modderbad
Vegetatie
Plantengroei
Verwaaiinge
Door het wild opgevangen geur
Vliegden
Solitaire den op de heide
Vitaliteit
Een graadmeter voor de gezondheidstoestand van bv. bomen
Voerakker
Akker in het bos waar voor het grofwild voer is ingezaaid of gepoot
Volume
Inhoud en vorm van het gewei
Vorkelen
Het soms dodelijk, verwonden door een hert van een rivaal met een moordenaarsgewei
Vossenbes
Rode bosbes
Weidelijk
Noemt men een jager die zich sporteif, verantwoord met de jacht bezighoudt
Weidgat
Anus
Wetten
Knarsetanden van een boos everzwijn
Wildakker
Akker waarop voedsel in de vorm van planten of boompjes te vinden is als voedsel voor het wildÂ
Wildbaan
Terreingedeelte waar grofwild voorkomt
Wildspiegel
Paaltje lang de weg waarop 2 spiegeltjes op gemonteerd zijn. Hierop wordt het licht van de autokoplampen het bos in gekaatst, zodat het grofwild gewaarschuwd wordt voor het gevaar van de weg
Windvang
De neus van een hert
Wintersprong
Groepje reewild dat in de winter samen optrekt
Wissel
Vast paadje waarlangs het wild gaat
Wisselen
Het trekken van de ene plek naar de andere, vaak via een vaste route (de wissel)
Wolfstak
Bij het gewei van een hert komt soms, tussen de middentak en de kroon, een fors onvertakte end voor dat wel tot de kroon behoort
IJstaktienender
Hertegewei met aan elke stang vijf enden, waarvan twee in de kroon
Zegel
Vlak tussen stang en rozestok van een gewei, direct onder de rozekrans
Zekeren
Opletten of er gevaar dreigt
Zestienender
Ook wel zestiener, gewei van een hert met aan iedere stang acht enden(even zestienender), met zeven en acht enden is een oneven zestienender
Zeug
Of bagge, vrouwelijk dier van het zwartwild
Zetten
Het werpen van een jong door het grofwild (men spreekt niet van geboren worden)
Zitten
Grofwild zit altijd in het bed of leger (men spreekt niet van liggen)
Zoelen
Het nemen van een modderbad(zoel)door grofwild
Zwartjas
Zwijn
Zwartkiel
Zwijn
Zwartwild
Zwijnen
Zwoerd
Huid van zwartwild

Geen opmerkingen: